Blog van de Roze Olifant (de kracht van taal)
*** Als je nu niet aan een roze olifant denkt, hoef je dit blog niet te lezen ***
Een veelgehoorde klacht van cliënten die ik in mijn praktijk krijg, is dat het ze niet lukt om hun doelen te bereiken. Wat ze willen lukt niet, of het resultaat is juist het tegenovergestelde. Klinkt dit herkenbaar voor je? Lees dan verder om erachter te komen hoe dit komt en wat je eraan kunt doen.
Bij deze cliënten die hun doelen niet bereiken, zie ik een aantal overeenkomsten die ik graag met je wil delen. Er is namelijk een reden dat het ze niet lukt. Op een onbewust niveau zitten we vaak onze eigen doelen in de weg. Dit komt vooral door de manier waarop we tegen onszelf (en soms ook anderen) praten. Taal en woordkeuze zijn enorm belangrijk!
Doelen goed formuleren
Om doelen te bereiken is het van belang dat je een doel hebt, logisch toch? Het goed formuleren van een doel is nog niet zo makkelijk. Je moet er namelijk voor zorgen dat het doel ook bereikbaar is. Vaak hoor ik doelen als: ‘minder junkfood’, ‘niet meer roken’, ‘nooit meer alcohol, ‘geen ruzie meer maken’ of ‘minder op de bank hangen’. Het idee van deze doelen is heel goed, echter de kans is zeer klein dat we ze behalen. Dit heeft te maken met hoe we de doelen formuleren. Misschien heb je wel eens gehoord dat een positieve formulering van je doelen belangrijk is?
Op een onbewust niveau zitten we vaak onze eigen doelen in de weg.
Jezelf positieve doelen stellen
Onze hersenen zijn niet in staat om met ontkenningen om te gaan. Probeer maar eens om niet aan een dansende roze olifant te denken, die niet op zijn linkervoorpoot staat en geen groen kroontje op heeft! Dat kan dus niet. Om ergens niet aan te denken moeten onze hersenen er eerst wel aan denken! Dus als je doel is om geen junkfood meer te eten, zul je de hele dag gefocust zijn op junkfood. Als je niet meer op de bank wilt hangen, hebben je hersenen de hele dag aandacht voor die bank. Dus: formuleer je doelen positief. Geef aan wat je wil bereiken en niet waar je vanaf wil! Zeg dus ‘mijn doel is om gezond te eten’ of ‘ik wil meer bewegen’.
Formuleer je doelen positief. Geef aan wat je wil bereiken en niet waar je vanaf wil!
En dan nóg iets…
‘Nog’ is een woord dat beweging en verwachting aangeeft. Het woordje ‘nog’ heeft dan ook veel invloed op onze hersenen. Zeg je bijvoorbeeld tegen jezelf dat je iets ‘nóg niet zo makkelijk vindt’, dan geef je met het woordje ‘nog’ aan dat je verwacht dat het in de toekomst makkelijker wordt. Een woord dus om nog veel vaker te gaan gebruiken. Zeg dus ‘ik kan het nóg niet’ in plaats van ‘ik kan het niet’. Voel je het verschil?
Je voelt de ‘maar’ al aankomen
Ik herinner mij hoe een cliënt me vertelde dat ze een overwinning had behaald, maar dat iets anders mislukt was. Hoewel beide punten belangrijk waren, komt door het woordje ‘maar’ de focus te liggen op het (negatieve) laatste deel. Het woordje ‘maar’ zorgt ervoor dat alles wat vóór dit woord staat wegvalt. Dit herken je vast zelf ook wel. Als iemand zegt: ‘dit heb je goed gedaan, MAAR dat kan volgende keer wel beter’, dan hoor je het compliment niet eens, je hebt alleen aandacht voor wat er na de ‘maar’ komt. Meestal voel je de ‘maar’ al aankomen.
‘En’ verbindt
Om jezelf te trainen om alle boodschappen in een zin aandacht te geven is één woord essentieel. Let op: zodra je dit leest kun je het woordje ‘maar’ nooit meer normaal horen. Ben je er klaar voor? Verwissel het woord ‘maar’ voor het woord ’en’! Het woordje ‘en’ verbindt namelijk dingen met elkaar, op gelijk niveau, zonder oordeel. Dus zeg voortaan tegen jezelf (of anderen): ‘dit heb ik goed gedaan EN dat wil ik nog verbeteren’. Voel je het verschil? Het is zo veel makkelijker om de hele boodschap aandacht te geven. En dat is toch de bedoeling! In bijna alle gevallen kunnen we het woordje ‘en’ gebruiken in plaats van ‘maar’. Dit vergt wel enige oefening en maakt een groot verschil!
Train jezelf om alle boodschappen in een zin aandacht te geven, gebruik EN ipv MAAR
Waarom versus hoe
Als laatste merk ik veel bij cliënten dat ze zichzelf afvragen ‘waarom’ de dingen zijn zoals ze zijn. In principe natuurlijk een mooie vraag die tot veel zelfinzicht kan leiden. Wat cliënten zich vaak niet realiseren is dat ze door een waarom-vraag te stellen op zoek gaan naar een reden. Vaak zit hier ook een oordeel in. Waarom heb ik dit gedaan? Waarom is dit wel of niet gebeurd? Meestal levert dit negatieve energie en een negatief beeld op van zichzelf en de ander. Wat vaak beter werkt is jezelf een hoe-vraag te stellen. Hoe komt het dat dit is gebeurd? Hoe komt het dat ik dit heb gedaan? Een hoe-vraag legt de focus op het proces dat eraan vooraf is gegaan. Hierdoor is het vaak makkelijker om neutraal en nieuwsgierig op onderzoek naar jezelf te gaan.
Samengevat
- Stel je doelen positief, geef aan wat je wil bereiken en zorg dat het ook haalbaar is
- Gebruik het woord NOG om beweging en verwachting aan te geven
- Ga het woordje MAAR vervangen door EN
- Probeer neutraal naar gebeurtenissen te kijken, door jezelf af te vragen HOE het is gebeurd, in plaats van WAAROM.
Door een paar kleine veranderingen in de manier waarop we onszelf (en anderen) toespreken kunnen we veel effectiever worden. We worden milder, nieuwsgieriger en opener naar onszelf en anderen. Het vergt enige oefening en levert veel op.
Door de manier waarop we onszelf (en anderen) toespreken te veranderen kunnen we veel effectiever worden